Essay | Tragedie Verfilmd: Een Kijk op Amerikaanse en Europese Holocaustfilms

“For the dead and the living, we must bear witness.” – Elie Wiesel

De Holocaust is één van de duisterste hoofdstukken in de geschiedenis. Zes miljoen joden en andere gemarginaliseerde groepen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Nazi’s opgejaagd en systematisch uitgeroeid. In de decennia die daarop volgden hebben talloze filmmakers van over de hele wereld deze periode van verschrikkingen, veerkracht en menselijke verhalen in beeld proberen te brengen. In dit essay kijken we naar de verschillen tussen de Europese films en documentaires over de Holocaust en die van Hollywood.

Bron: Pexels.com

1. Historische context en culturele perspectieven

Films over de holocaust (Shoah in het Hebreeuws) hebben alles te maken met het persoonlijk en historisch perspectief van de makers. Regisseurs van Europese Holocaust films en documentaires zijn vaak persoonlijker en directer. Zeker als de filmmakers uit landen komen die direct te maken hebben gehad met de nazibezetting. In hun werk zie je dan vaker een mix van collectieve en persoonlijke herinneringen. Films uit Duitsland, Polen en Frankrijk bijvoorbeeld, gaan vaak in op de rol van hun landen tijdens de Holocaust en worstelen met schuld, verantwoordelijkheid en nationale identiteit. Amerikaanse producties staan juist wat verder van het onderwerp af en benaderen de Holocaust daarom globaler en meer afstandelijker. Amerikaanse films en documentaires hebben daarom meer nadruk op mensenrechten, gerechtigheid en veerkracht.

Neem bijvoorbeeld de reddingspogingen van Oskar Schindler in SCHINDLER’S LIST (1993). In de film DENIAL (2016) gaat het juist over de juridische kant van de Holocaust. De film, met Rachel Weisz (THE FAVOURITE) en Timothy Spall (WICKED LITTLE LETTERS) vertelt het (waargebeurde) verhaal van een Holocaust-geleerde aangeklaagd wordt door Holocaust-ontkenner David Irwing.

2. Verteltechnieken

Ook de verteltechnieken tussen Hollywood en de Europese manier van Holocaust verfilmingen verschillen veel. Europese filmmakers richten zich vaak op authenticiteit en realisme, met grote nadruk op historische nauwkeurigheid als het gaat om de gruwelijkheden van de Shoah af te beelden.

Roman Polanski, wiens reputatie enorm veel te wensen over laat, maakte de film THE PIANIST (2002) met Adrien Brody in de hoofdrol. Hierin zien we het personage van Brody overleven in het getto van Warschau. Regisseur László Nemes maakte in 2015 de film SON OF SAUL, over het Sonderkommando vernietigingskamp Auschwitz. Dit Sonderkommando was een groep van bijna alleen maar Joodse gevangenen die onder dwang hun medegevangenen moest misleiden om ze zo in de gaskamer te drijven. Daarnaast moesten ze de gaskamer weer leeg maken, de lijken naar de verbrandingsinstallaties slepen, “waardevolle” onderdelen zoals gouden tanden en haren verzamelen, et cetera.

Deze groep, die van de kampbewaarders wel iets meer privileges kreeg dan de rest van de gevangenen, werd regelmatig vernieuwd. Dat wil zeggen, “oude” leden van het Kommando werden vermoord om het proces geheim te houden en er voor te zorgen dat de wetenschap van dit onmenselijke proces geen opstandigheid zou veroorzaken.

Terug naar de verschillen: Amerikaanse films gebruiken vaak meer dramatische verteltechnieken. In Hollywood worden individuele heldendaden en overleven against all odds vaak als onderwerp genomen. Een goed voorbeeld hiervan is Steven Spielberg’s SCHINDLER’S LIST (1993). De zwart-witfilm heeft een meeslepende verhaallijn die het dualisme van de mens voorstelt. Oskar Schindler is een Nazi, industrialist en humanist. En is eigenlijk de vijand. Toch slaagt hij erin om 1200 Joden van een zekere dood te redden.

Documentairemaker Claude Lanzmann maakte in 1985 zijn documentaire SHOAH, waar hij juist het tegenovergestelde doet van Spielberg: Lanzmann richt zich niet op de traditionele verhalen maar hij houdt zich bij ooggetuigenverslagen en interviews; in deze documentaire worden herinnering en getuigenverklaringen benadrukt.

Bron: Photo by Severinus Dewantara on Unsplash

3. Helden en schurken

Het verschil tussen Amerikaanse en Europese Holocaustfilms en documentaires zit hem ook in culturele vertelperspectieven en tradities. Europese films gaan bijvoorbeeld naast het leed van de slachtoffers ook vaak in op de complexiteit van de daders en collaborateurs. De Poolse regisseur Andrzej Wajda (KORCZAK, 1990) en de Hongaar István Szabó (SUNSHINE, 1990) onderzoeken in hun films morele dilemma’s van mensen onder de bezetting van de Nazi’s. Onvolmaakte personages (personages met karakterfouten, die dus niet bij voorbaat goed of fout zijn, maar meer in een grijs gebied leven) moeten onmogelijke keuzes maken.

In Amerikaanse films is die scheidingslijn tussen helden en schurken, tussen goed en fout, juist veel duidelijker. Heldhaftige verzetsstrijders in DEFIANCE (2008) die moed en moreel superieur vechten tegen een schijnbaar onoverkomelijke vijand. In documentaires als AN AMERICAN EXPERIENCE: THE NUREMBERG TRIALS (2006) wordt getoond hoe Amerika strijdt voor gerechtigheid en verantwoordelijkheid in de nasleep van de Holocaust.

4. Het vertonen van historisch trauma

Hoewel de Europese als Amerikaanse documentaires en films over de Holocaust stilistisch en cultureel van elkaar verschillen zijn de uitdagingen waar filmmakers tegenaan lopen universeel: namelijk de ethische overwegingen. Filmmakers moeten stilstaan bij complexe ethische vraagstukken als het gaat om het laten zien van historisch trauma.

Waar legt de regisseur de nadruk? Hoe gaan ze om met (archief)materiaal? En belangrijker nog: hoe doen ze dit allemaal terwijl ze tegelijkertijd de waardigheid en herinnering van overlevenden en slachtoffers moeten respecteren? Vragen als authenticiteit, nauwkeurigheid en de commercialisering van het lijden moeten zorgvuldig overdacht worden tijdens het productieproces. Keuzes maken over wat je de kijker laat zien.

Als documentairemaker, bijvoorbeeld: in een Holocaust-documentaire kunnen de korrelige beelden van het in Auschwitz vergaste Sinti-meisje Settela Steinbach vaak niet ontbreken. Of de door geallieerde Amerikaanse of Russische soldaten gemaakte beelden van de bevrijding van een concentratiekamp vol uitgemergelde lichamen. Dit klinkt cynisch, maar zelfs dit soort ijzingwekkende beelden kunnen in de loop der jaren clichés worden in het “genre”. Er moet dus door zowel Europese als Amerikaanse filmmakers gelet worden op hoe beelden gebruikt worden. Dienen ze daadwerkelijk het narratief? Of zijn ze er puur voor de shock of de emotie?

Bron: Photo by Andrea Nardi on Unsplash

5. Het bestrijden van haat

Uiteindelijk bieden de Europese en Amerikaanse films verschillende, maar ook aanvullende perspectieven op één van de meest tragische gebeurtenissen in de geschiedenis. Waar Europese producties zich vaak richten op nationale schuldgevoelens en het behoud van herinneringen, richten Amerikaanse producties zich weer op veekracht en rechtvaardigheid op globaal niveau.

Met nieuwe vertel- en filmtechnieken blijven filmmakers de Holocaust onderzoeken en uitleggen. Centraal staat echter de noodzaak om de verhalen ethisch verantwoord en historisch nauwkeurig te blijven vertellen. Door culturele verschillen te overbruggen en empathie en begrip te bevorderen, blijven films en documentaires over de Holocaust krachtige middelen om in het onderwijs te gebruiken, om herinneringen aan deze gruweldaden te behouden en om intolerantie en haat te bestrijden.

Plaats een reactie