Fictie | These Stars

De stilte, die deed het meeste pijn. Ze dwaalde door het huis. Hun huis. Anderhalf jaar hadden ze er gewoond. En nog steeds waren ze niet helemaal klaar met verhuizen. Op de kleine overloop boven stonden nog steeds verhuisdozen vol boeken en andere dingen waar ze nooit de tijd voor hadden gehad.

Bron: StarlightCinema.co.uk

Ze zakte neer op de bank, haar zwarte jas nog aan. Afwezig aaide ze de kat, die meteen op haar schoot was gesprongen. Haar telefoon trilde. Berichtjes van haar vrienden, van collega’s. Ze wilde het allemaal niet lezen. Ondanks dat ze moe voelde, was ze rusteloos. Ze tilde de kat op en liep wat door de kamer. Ze praatte wat tegen het beest.

Ze liep naar de keuken. Haar vingers gleden over het keukenblad, langs de vele potjes met kruiden. De briefjes op de ijskast. De kat had inmiddels te kennen gegeven dat hij weer losgelaten wilde worden. Ze liep de hal in, hing haar jas op. De zwarte jurk die ze er onder droeg was wat verkreukeld. Haar ogen gleden langs de vele foto’s aan de wand naast de trap. Ze raakte ze aan, alsof ze weer onderdeel wilde worden van de verstilde herinnering. Maar ze voelde alleen maar koel glas. Ze liep verder, tree voor tree vocht ze zichzelf omhoog. De avondzon viel rood op het lichte houten laminaat.

Zonder echt een keuze te maken liep ze de eerste kamer aan haar linkerhand binnen. Een bureau stond in het midden. Kersenhout, een cadeau van haar vader. Twee laptops stonden tegen over elkaar. Ze veegde wat stof weg van het scherm van zijn macbook en raakte per ongeluk iets in, want het ding kwam tot leven. Ze bleef stil staan. Op het scherm was een lijstje te zien. Nummers die ze samen hadden uitgezocht. En blijkbaar had ze op afspelen gedrukt, want er begon zachte muziek uit de ingebouwde speakertjes te komen.

These stars
No one else can see
Trapeze the height of thee
Vanish as they call

These blues
No one else can hear
No one else can sing
This one for you
Can they, dear?

En plotseling voelde ze haar schouders schokken. Haar rode haren vielen voor haar gezicht, alsof ze zich onbewust afschermde van de wereld. Tranen vielen op haar handen. Handen waarmee ze zich aan het bureau staande probeerde te houden. Al die tijd was ze sterk geweest. Voor hem, voor haar zelf, voor hun vrienden. Er moest zoveel geregeld worden. Maar nu kon ze het niet meer tegenhouden. Met luide snikken kwam alles er uit. Het verdriet, de stress, het gemis… 

Things that you do are always with me
When you’re laughing
You’re always here
What’s the use in crying?
It won’t matter when we’re old

Ze moest de tijd zijn kwijtgeraakt, want ze schrok wakker van klaaglijk gemiauw. De zon was inmiddels onder. Ze knipperde met haar ogen. Ze zat met haar rug tegen het bureau aan. De muziek was verstomd. Het was weer stil. Ze tilde de kat op en hees zichzelf aan het bureau overeind. Op de tast zocht ze naar de deur. Op de gang brandde licht. Een streep ervan viel op een grote, ingelijste foto. Ze waren op het strand, hij stond achter haar, met zijn handen om haar middel. Ze lachten beiden naar de fotograaf, hun ogen wat dichtgeknepen in het zonlicht.

This tear will
Finally fall
Keep your eyes here
When there’s no net at all

Één reactie Voeg uw reactie toe

  1. Esra schreef:

    Oef, die komt binnen. Misschien wel mijn grootste angst…

Plaats een reactie